Toediening van cortison met maagzuurremmers vermindert de botdichtheid bij patiënten met reuma

Protonpompremmers (PPI's), een klasse van maagzuurremmers, behoren tot de meest gebruikte medicijnen. Ze worden vaak voorgeschreven aan verschillende groepen patiënten, waaronder patiënten met reumatische koorts. PPI's worden gebruikt om maagproblemen te voorkomen die kunnen optreden bij sommige ontstekingsremmende medicijnen.

Deze praktijk kan echter negatieve gevolgen hebben voor de botgezondheid: het gebruik van protonpompremmers, vooral in combinatie met cortison, wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op osteoporose, volgens een onderzoek uitgevoerd door Charité-Universitätsmedizin Berlin. De studie werd gepubliceerd in het tijdschrift Mayo Clinic Proceedings.

Volgens het laatste officiële rapport over receptplichtige geneesmiddelen in Duitsland hebben artsen in 2022 ongeveer 3,8 miljard dagelijkse doses protonpompremmers voorgeschreven. PPI's zoals pantoprazol en omeprazol remmen de maagzuurproductie. Ze zijn voornamelijk bedoeld voor de behandeling van maagzweren of maagbloedingen, maar worden ook preventief gebruikt.

Veel patiënten met reumatoïde artritis, ook wel bekend als reuma, krijgen onder bepaalde omstandigheden protonpompremmers voorgeschreven wanneer ze worden behandeld met glucocorticoïden ("cortison") om ontstekingen van het maagslijmvlies te voorkomen. Sommige mensen gebruiken protonpompremmers zonder een arts te raadplegen voor aandoeningen zoals brandend maagzuur of andere maagklachten. Deze medicijnen zijn tot een bepaalde dosering zonder recept verkrijgbaar.

Studies naar diverse ziekten hebben echter aangetoond dat het gebruik van protonpompremmers kan bijdragen aan het ontstaan van osteoporose (verlies van botmineraaldichtheid). Daarnaast kan cortison, dat vaak gelijktijdig wordt gebruikt in de reumatologie, ook de botten verzwakken.

"We hebben ons daarom afgevraagd of PPI's het risico op osteoporose bij onze reumapatiënten vergroten", legt dr. Andrico Palmovsky uit, eerste auteur van de studie en arts-onderzoeker bij Charité.

Analyse van de botmineraaldichtheid bij 1500 patiënten

Om daarachter te komen, werkten hij en professor Frank Buttgereit samen met collega's van Charité, de VS en Denemarken om de botgezondheid te onderzoeken van ongeveer 1500 patiënten met inflammatoire reumatische aandoeningen. Ongeveer de helft van hen gebruikte dagelijks protonpompremmers. De onderzoekers analyseerden de botmineraaldichtheid en de botmicrostructuur. Verminderde botdichtheid en veranderingen in de microstructuur zijn indicatoren voor osteoporose.

Het team ontdekte dat patiënten die protonpompremmers gebruikten inderdaad een significant lagere botdichtheid hadden dan patiënten die ze niet gebruikten. De correlatie bleef bestaan, zelfs na correctie voor factoren zoals leeftijd en roken. Het effect was vooral uitgesproken bij patiënten die protonpompremmers gebruikten in combinatie met cortisonen in een dagelijkse dosis van ten minste 7,5 mg. Daarentegen waren er geen significante negatieve effecten op de botmicrostructuur.

"Onze resultaten suggereren dat PPI's leiden tot verlies van botmineraaldichtheid bij patiënten met reumatoïde artritis", aldus Palmowski. Dat vertaalt zich in een ongeveer 25 procent hoger risico op een wervelfractuur.

Artsen moeten zorgvuldig overwegen om maagzuurremmers voor te schrijven.

De auteurs van het onderzoek zijn van mening dat hun collega-artsen een bijzondere verantwoordelijkheid hebben in het licht van deze bevindingen. "Artsen moeten de redenen voor het voorschrijven van PPI's zorgvuldig overwegen en de voordelen en mogelijke risico's met patiënten bespreken, vooral als cortison gelijktijdig wordt toegediend", concluderen ze.

Legitieme redenen voor het voorschrijven van PPI's zijn onder meer risicofactoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van maagzweren. Deze factoren omvatten bijvoorbeeld het gelijktijdig innemen van cortison met niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) die gebruikt worden voor de behandeling van reuma, zoals ibuprofen, diclofenac en zelfs aspirine.

Daarentegen hebben mensen die alleen cortison gebruiken en geen andere risicofactoren hebben, over het algemeen geen maagzuurremmers nodig - volgens de officiële Duitse medische richtlijnen voor het voorschrijven van medicijnen aan patiënten met meerdere ziekten.

"Als gelijktijdig gebruik onvermijdelijk is, kunnen vitamine D- en calciumsupplementen helpen de botgezondheid te behouden", legt Palmowski uit. Als een langdurige cortisonbehandeling gepland is, kunnen regelmatige botdichtheidsmetingen en zelfs het voorschrijven van osteoporosemedicatie noodzakelijk zijn. Patiënten en artsen moeten samen bepalen welke maatregelen in hun individuele geval het meest zinvol zijn.