De rol van vitamine D bij de behandeling van carpaal tunnel syndroom

Een recent onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift Nutrients onderzoekt de rol van vitamine D bij de behandeling van het carpaal tunnelsyndroom (CTS).

Het carpaal tunnelsyndroom (CTS) is een van de meest voorkomende perifere neuropathieën die de anatomie van de pols aantast. Het veroorzaakt compressie van de middelste zenuw, een grote zenuw die de arm, onderarm en hand van bloed voorziet. Deze compressie veroorzaakt pijn, gevoelloosheid of tintelingen in de bovenste ledematen die onder druk staan. Bovendien leidt CTS vaak tot een verzwakking van de grip en functie van de hand.

Obesitas, diabetes, RSI, reumatoïde artritis, zwangerschap en genetische factoren verhogen het risico op CTS. CTS treft meestal mensen tussen de 40 en 60 jaar, maar de aandoening kan ook mensen van andere leeftijden treffen. Vrouwen hebben twee keer zoveel kans op CTS als mannen: respectievelijk 193 vrouwen en 88 mannen per miljoen inwoners.

Vitamine D is een in vet oplosbare vitamine die de calcium- en fosforstofwisseling en het immuunsysteem reguleert. Het is ook belangrijk voor de gezondheid van het endocriene, cardiovasculaire, skelet- en huidstelsel en wordt geassocieerd met metabolische en antioxiderende/ontstekingsremmende eigenschappen.

Vitamine D-tekort kan dus verschillende neuropathische of pijnsyndromen verergeren die gepaard gaan met verhoogde ontstekingen. Vitamine D-tekort verhoogt ook de ernst van CTS-symptomen.

Het is op dit moment nog onduidelijk hoe vitamine D-suppletie kan helpen bij de behandeling van CTS.

De huidige studie omvatte 14 patiënten met CTS uit twee centra. Alle deelnemers aan de studie hadden CTS in één of beide handen en een lage vitamine D-spiegel. Geen van de deelnemers had in de zes maanden voorafgaand aan de studie vitamines ingenomen en geen van hen had een medische of chirurgische behandeling voor CTS ondergaan.

De deelnemers aan het onderzoek werden gescreend op andere aandoeningen die CTS of vergelijkbare symptomen kunnen veroorzaken, zoals neuropathieën, ontstekingssyndromen, trauma aan het aangedane ledemaat, slecht gereguleerde diabetes, schildklier- en bijschildklieraandoeningen, problemen met de cervicale wervelkolom en obesitas. Alle deelnemers aan het onderzoek waren vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 51 jaar.

Deelnemers werden willekeurig toegewezen aan een groep die óf alleen corticosteroïdtherapie kreeg, óf corticosteroïden plus vitamine D. Om homogeniteit binnen het cohort te garanderen, werd gebruikgemaakt van blokrandomisatie.

Bij patiënten met CTS en lage vitamine D-spiegels resulteerde de toevoeging van vitamine D aan de corticosteroïdtherapie in verbeterde pijnverlichting, ernst van de symptomen en enkele elektromyografie (EMG)-parameters.

Bij aanvang werden bij alle patiënten Phalen- en Tinel-testen uitgevoerd, met positieve resultaten in respectievelijk 86% en 71% van de gevallen. In de vitamine D-groep daalde het percentage positieve Phalen-testen van 100% bij aanvang tot 75% na drie maanden. In de groep die alleen corticosteroïden kreeg, daalde dit percentage van 67% naar 33%.

Bij aanvang van het onderzoek had 50% van de deelnemers die alleen corticosteroïden kregen een positieve Tinel-test, wat na drie maanden daalde tot 33%. In de vitamine D-groep daalde dit percentage van 88% bij aanvang tot 75% na drie maanden.

De pijn nam in de vitamine D-groep sterker af, wat consistent was met de toename van de vitamine D-concentratie. De ernst van de symptomen nam in beide groepen af, maar er werd geen verbetering in de functionele status waargenomen.

Uit EMG bleek dat de motorische zenuwlatentie en de zenuwgeleidingssnelheid in de vitamine D-groep verbeterden.

Eerdere studies hebben gesuggereerd dat een vitamine D-tekort het risico op het ontwikkelen van CTS en de ernst van de symptomen verhoogt. De huidige studie bevestigt deze bevindingen en suggereert dat vitamine D-suppletie bij patiënten met CTS en een lage vitamine D-spiegel de innervatie en overgevoeligheid kan verminderen, waardoor pijn en tintelingen afnemen. Een lage vitamine D-spiegel werd geassocieerd met een ernstigere symptoomernst, die verbeterde na drie maanden vitamine D-suppletie in combinatie met corticosteroïdtherapie.

Vitamine D beschermt tegen neuropathieën zoals CTS door de expressie van L-type calciumkanalen te onderdrukken en de activiteit van vitamine D-receptoren en hun antioxiderende werking te verhogen.

Vitamine D-suppletie vermindert de ernst van de pijn bij CTS. Het heeft ook een effect op het verminderen van de ernst van de symptomen bij patiënten met CTS, maar heeft geen invloed op hun functioneren.

Zowel de Tinel- als de Phalen-test, hoewel doorgaans gebruikt voor diagnose in plaats van monitoring van de behandeling, lieten klinische verbetering zien in beide groepen. De huidige studie toont dus ook de rol van deze tests bij monitoring aan.

Toekomstige studies met grotere steekproeven, langere vervolgperiodes en het gebruik van andere beoordelingsinstrumenten zijn nodig om de resultaten van dit experiment te bevestigen en uit te breiden.