In de afgelopen 34 jaar zijn er 5 miljoen "reageerbuisbaby's" geboren.

Sinds juli 1978, toen de eerste baby, Louise Brown, werd geboren, zijn wereldwijd minstens vijf miljoen zogenaamde "reageerbuisbaby's" geboren. Dit aantal werd bekendgemaakt tijdens het 28e jaarlijkse congres van ESHRE (European Society of Human Reproduction and Embryology), dat van 1 tot en met 4 juli in Istanbul plaatsvindt, meldt MedicalXpress.

Het ICMART (International Committee for Monitoring ART) heeft een schatting gemaakt van het aantal kinderen dat in juli 2012 is verwekt door middel van kunstmatige voortplantingstechnieken (ART). De schatting is gebaseerd op gegevens over het aantal IVF- en ICSI-cycli dat wereldwijd is uitgevoerd in de afgelopen dertig jaar, van 1978 tot 2008. De auteurs schatten dat het aantal kinderen dat via kunstmatige inseminatie wordt verwekt, met ongeveer 350.000 tot 400.000 per jaar toeneemt (in 2011 werden er 4,6 miljoen 'reageerbuisbaby's' gemeld) en zijn op basis hiervan uitgegaan van een totaal aantal van inmiddels zo'n vijf miljoen.

Volgens ICMART worden er wereldwijd jaarlijks ongeveer anderhalf miljoen ART-cycli uitgevoerd. Europa staat bovenaan de lijst van regio's waar reproductieve technologieën actief worden toegepast, en de VS en Japan zijn de landen die het meest voorkomen.

Op het ESHRE-congres werden gegevens gepresenteerd waaruit bleek dat de vraag naar ART onder Europeanen voortdurend groeit: werden er in 2008 532.260 IVF- en ICSI-cycli uitgevoerd in Europese landen, dan waren dat er in 2009 537.287. Volgens dr. Anna Pia Ferraretti, hoofd van het ESHRE Consortium for IVF Monitoring, wordt de behoefte aan ART gemiddeld geschat op anderhalfduizend cycli per miljoen inwoners, maar dit verschilt van land tot land.

Zo ligt deze indicator in zeven Europese landen aanzienlijk hoger dan het gemiddelde: in Denemarken (2726 cycli per miljoen inwoners), België (2526), Tsjechië (1851), Slovenië (1840), Zweden (1800), Noorwegen (1780) en Finland (1701). Tegelijkertijd ligt deze indicator in vier landen aanzienlijk lager dan het gemiddelde: in Groot-Brittannië (879 ART-cycli per miljoen inwoners), Italië (863), Duitsland (830) en Oostenrijk (747).

De beschikbaarheid van IVF voor de bevolking hangt in de eerste plaats af van het beleid van de lokale overheden en de omvang van de overheidsfinanciering. Het blijkt dat dit in Europa aanzienlijk hoger ligt dan in de VS en lager dan in Australië.

Zoals Dr. Ferraretti opmerkte, is de beste indicator voor het succes van ART de verhouding tussen het aantal geboorten en het aantal geïmplanteerde embryo's. Volgens haar gegevens is dit cijfer de afgelopen jaren gestaag toegenomen, wat betekent dat het succes van de procedures toeneemt.

Een andere trend die de afgelopen jaren in Europa is waargenomen, aldus Ferraretti, is de afnemende vraag naar de implantatie van meerdere embryo's tegelijk en daarmee het aantal meerlingzwangerschappen. Daardoor maken drielingen die via ART zijn verwekt nu minder dan één procent van alle geboorten uit, en is het percentage van dergelijke tweelingen voor het eerst onder de twintig (19,6 procent) gedaald.

Een experimentele methode voor de behandeling van onvruchtbaarheid - in-vitrofertilisatie - werd ontwikkeld door de Britse artsen Robert Edwards en Patrick Steptoe. Het eerste kind dat dankzij deze procedure werd geboren, was Louise Brown, geboren op 25 juli 1978. Tegenwoordig omvatten ART-procedures, naast IVF, intracytoplasmatische sperma-injectie in de eicel (ICSI), en enkele andere methoden.