Agressie verhoogt celgroei in de hersenen

Een internationale groep neurobiologen, waar ook specialisten van het Moskouse Instituut voor Fysica en Technologie aan deelnamen, heeft vastgesteld dat agressie leidt tot de groei van nieuwe neuronen in de hersenen.

Na een reeks experimenten met knaagdieren ontdekten wetenschappers dat agressieve muizen, dat wil zeggen muizen die met soortgenoten vechten, na het winnen nog agressiever werden. Bovendien vormden zich in hun hippocampus nieuwe cellen.

Het experiment bestond uit het volgende: twee mannetjes werden in een kooi geplaatst die door een net in tweeën was gedeeld. Dit verhinderde niet dat de knaagdieren elkaar konden zien, horen en ruiken, maar dankzij het net konden de dieren niet vechten. Elke dag haalden specialisten (ongeveer tegelijkertijd) het net uit de kooi en observeerden ze het gedrag van de mannetjes. Meestal ontstond er vrijwel onmiddellijk een gevecht tussen de mannetjes. De wetenschappers bepaalden zelf de winnaar; gemiddeld moesten de experts na 3 minuten de kooi opnieuw verdelen.

Drie dagen later werden de knaagdieren naar andere kooien verplaatst, d.w.z. hun "buren" werden verwisseld, en telkens werden de verslagen mannetjes naar andere winnaars verplaatst. Bij de ene groep proefdieren werden de winnaars uit de gevechten verwijderd, terwijl bij de andere de gevechten doorgingen.

De onderzoekers voerden ook een test uit die de impact van agressie op het gedrag van de dieren aantoonde. De knaagdieren werden in een plusvormig doolhof geplaatst met één gesloten gang en een open deel. Het gedrag van de muizen werd beoordeeld aan de hand van welke van de twee gangen het mannetje zou kiezen: degenen die het donkere en gesloten deel van het doolhof kozen, werden door de wetenschappers omschreven als "risicomijdend".

De wetenschappers plaatsten muizen ook in kooien met transparante schotten en beoordeelden de mate van agressie van de proefpersonen. De mannetjes die de schotten vaker naderden en er meer tijd doorbrachten, waren potentieel agressiever dan hun kooiburen die er liever van wegbleven.

Na alle testen en proeven kwamen wetenschappers erachter dat de knaagdieren die meerdere gevechten wonnen, brutaler waren en eerder geneigd waren om een gevecht aan te gaan.

Bovendien waren de mannetjes die vóór de experimenten niet mochten vechten agressiever, vielen ze de vijand sneller aan en duurde het gevecht zelf langer. Maar naast agressie vertoonden de dieren ook meer angst - de mannetjes die de gevechten wonnen, zaten liever in de donkere en afgesloten delen van het doolhof, d.w.z. ze vermeden risico's.

Eerder werd al geopperd dat de hersenen van agressieve dieren anders functioneren, en dit onderzoek bevestigde dit.

In de hersenen van agressors neemt het aantal neuronen in de hippocampus toe, wat leidt tot een toename van de agressiviteit van de knaagdieren. Daarnaast vertoonden de dieren veranderingen in de structuur van de amygdala (het gebied dat verantwoordelijk is voor emoties). Bij mensen worden veranderingen in de amygdala geassocieerd met de ontwikkeling van autisme. Bij de proefdieren werden enkele tekenen van deze ziekte gevonden: een toegenomen angstgevoel, repetitieve bewegingen en een verminderde communicatie met andere knaagdieren.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ], [ 4 ], [ 5 ], [ 6 ]