Stress en geestelijke gezondheid tijdens de zwangerschap beïnvloeden het orale microbioom

Volgens een onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift BMJ Mental Health variëren de hoeveelheid en het type microben in het speeksel van zwangere vrouwen, afhankelijk van of ze last hebben van stressoren in hun leven, maar ook van symptomen van angst, depressie en posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Hoewel eerdere onderzoeken het verband tussen de diversiteit aan microben in het maag-darmkanaal en stress, angst en depressie bij zwangere vrouwen en nieuwe moeders hebben onderzocht, is nog niet onderzocht hoe het type en de hoeveelheid microben in de mond (oraal microbioom) verband houden met de geestelijke gezondheid van de moeder.

Studieopzet

Het onderzoek omvatte 224 zwangere vrouwen die deelnamen aan de Michigan Prenatal Stress Study. Ze werden beoordeeld op recente stress en psychische klachten tijdens het tweede trimester van de zwangerschap. De deelnemers leverden binnen een week na de beoordeling speekselmonsters in.

Belangrijkste resultaten

• Diversiteit van het microbioom:

  • Bij vrouwen met veel angst of depressie was de alfadiversiteit in hun orale microbioom hoog. Dit betekent dat hun speeksel veel verschillende soorten microben bevatte, die allemaal in relatief gelijke hoeveelheden aanwezig waren en waarbij geen enkele soort overheerste.
  • Vrouwen met veel PTSS-symptomen hadden een hoge bètadiversiteit, wat wijst op aanzienlijke verschillen in de samenstelling van microben in hun speeksel vergeleken met vrouwen met weinig PTSS-symptomen.

• Associatie met specifieke soorten microben:

  • Bij vrouwen die recentelijk stress hadden ondervonden, waren meer soorten van de stam Proteobacteria aanwezig.
  • Bij vrouwen met ernstige depressies kwamen meer soorten van de stam Spirocheten voor.
  • Bij vrouwen met angst- en depressiesymptomen werd een toename opgemerkt van Dialister-soorten en soorten van de stam Firmicutes.
  • Bij vrouwen met angst, depressie of PTSS is de kans groter dat ze soorten uit het geslacht Eikenella hebben.

Aanvullende factoren (covariaten)

Er werden tweeëntwintig potentiële covariaten onderzocht die veranderingen in het microbioom zouden kunnen beïnvloeden. Deze omvatten:

• Roken verklaarde 7,2% van de variatie in het orale microbioom.
• Tandheelkundige problemen - 3,1%.
• Partnergeweld - 4,1%.
• Ongeplande zwangerschap - 2%.

Beperkingen van het onderzoek

De auteurs merkten een aantal beperkingen op:

1. Er zijn onvoldoende gegevens om andere mogelijke covariaten, zoals voeding en lichaamsgewicht, te analyseren.
2. Het onderzoek richtte zich op één periode tijdens de zwangerschap.
3. Angst- en depressiesymptomen werden beoordeeld op basis van zelfrapportage, wat de nauwkeurigheid van de gegevens kan hebben beïnvloed.
4. Er is geen onderzoek gedaan naar mogelijke bronnen van microben, zoals de darmen of langdurige mondgezondheidsproblemen.

Conclusie

"Ons onderzoek toont aan dat meerdere aspecten van het orale microbioom bij zwangere vrouwen verband houden met stress en de geestelijke gezondheid van vrouwen. Belangrijk is dat deze verbanden verschillen van die gerapporteerd in onderzoeken naar het darmmicrobioom en onderzoeken bij niet-zwangere personen", concluderen de auteurs.

Zij voegen daaraan toe dat hun bevindingen suggereren dat het mogelijk is om het orale microbioom aan te pakken om het psychologische welzijn tijdens de zwangerschap te verbeteren.

Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek

De auteurs suggereren dat het succesvolle gebruik van probiotica om de geestelijke gezondheid te verbeteren via effecten op het darmmicrobioom, ook kan worden uitgebreid naar het orale microbioom. Dit zou kunnen omvatten:

• Verandering van dieet.
• Aanbevelingen voor het verbeteren van de mondgezondheid.
• Probiotische therapieën die moeders kunnen helpen die kampen met veel stress en een slechte geestelijke gezondheid.