Luchtvervuiling kan bijdragen aan de ontwikkeling van dementie

Uit een onderzoek gepubliceerd in BMC Public Health blijkt dat chronische blootstelling aan vervuilende stoffen, met name fijnstof (PM2.5) en stikstofdioxide (NO2), verband houdt met negatieve cognitieve resultaten en een verhoogd risico op dementie.

Dementie is een ernstige neurodegeneratieve ziekte die miljoenen mensen wereldwijd treft. Het aantal mensen met dementie zal naar verwachting tegen 2050 meer dan verdubbelen, wat de zorgstelsels aanzienlijk onder druk zet. Naast genetische factoren spelen levensstijl en blootstelling aan het milieu, met name luchtvervuiling, een belangrijke rol bij het ontstaan van dementie.

Eerdere studies hebben aangetoond dat zelfs kleine verhogingen van vervuilende stoffen zoals PM2.5 het risico op dementie aanzienlijk kunnen verhogen. Het elimineren van blootstelling aan bijvoorbeeld luchtvervuiling kan het risico op cognitieve achteruitgang helpen verminderen, vooral bij ouderen.

De onderzoekers voerden een systematische review uit om het verband tussen verschillende soorten verontreinigende stoffen en het risico op dementie te onderzoeken. De verontreinigende stoffen omvatten PM10, PM2,5, NO2, ozon (O3), roet (BC), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK), benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen (BTEX) en formaldehyde (FA). Artikelen die niet aan de criteria voldeden, zoals reviews, studies die zich niet op dementie richtten en artikelen met een hoog risico op bias, werden uitgesloten.

In totaal werden 14.924 artikelen beoordeeld, waarvan 53 studies uit 17 landen in de analyse werden opgenomen. De meeste studies werden uitgevoerd in de Verenigde Staten en omvatten 173.698.774 deelnemers.

Uit de analyse bleek dat chronische blootstelling aan vervuilende stoffen zoals PM2,5 en NO2 het risico op ziekenhuisopname voor de ziekte van Alzheimer verhoogt en neurocognitieve stoornissen verergert. Blootstelling aan luchtvervuiling beïnvloedt het episodisch geheugen, de structuur van de hippocampus en hersenatrofie. Vervuilende stoffen kunnen de bloed-hersenbarrière verstoren, oxidatieve stress veroorzaken en bijdragen aan pathologische processen zoals de ophoping van amyloïde- en tau-eiwitten, wat leidt tot cognitieve achteruitgang.

Blootstelling aan vervuilende stoffen verhoogt ook het risico op vasculaire dementie (VaD) via mechanismen zoals vaatletsel en verstoring van de bloed-hersenbarrière. Dit leidt tot disfunctie van de neurovasculaire eenheid, herseninfarcten en chronische cerebrale hypoperfusie, wat uiteindelijk leidt tot cognitieve stoornissen.

Ondanks tegenstrijdig bewijsmateriaal ondersteunen de meeste onderzoeken een verband tussen luchtvervuiling en vasculaire dementie. Dit onderstreept de noodzaak van verder onderzoek naar omgevingsfactoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van dementie.

Uit het onderzoek bleek ook dat verhoogde blootstelling aan PM2.5 gepaard ging met een verhoogd risico op ziekenhuisopname voor de ziekte van Parkinson (PD). Meer dan 80% van de patiënten met de ziekte van Parkinson ontwikkelt dementie, en de prevalentie ervan loopt op tot 50% na 10 jaar. Slechts twee studies keken naar frontotemporale dementie (FTD); de ene vond geen verband tussen luchtvervuiling en FTD en de andere vond dat chronische blootstelling aan PM2.5 het volume van de grijze stof verminderde in gebieden die geassocieerd worden met FTD.

De studie vond een significant verband tussen chronische blootstelling aan vervuilende stoffen en de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. De resultaten benadrukken de noodzaak van verder onderzoek naar de mechanismen waarmee luchtvervuiling bijdraagt aan cognitieve achteruitgang.

Door rekening te houden met beïnvloedbare risicofactoren, zoals de luchtkwaliteit, kunnen we neurodegeneratieve ziekten voorkomen of vertragen. Zo beperken we de impact ervan op de volksgezondheid en de zorgstelsels.