Lichaamsbeweging is goed voor de hersenen, maar het verbeteren van de bloedvaten kan meer tijd kosten

Mensen met een minder stabiele bloedstroom in de hersenen lopen mogelijk een groter risico op dementie en cerebrovasculaire aandoeningen. Om te onderzoeken of regelmatige aerobe training kan helpen, voerden onderzoekers van Iowa State University een pilotstudie uit, waarvan de resultaten onlangs zijn gepubliceerd in het Journal of Applied Physiology.

"De belangrijkste conclusie is dat bewegen goed is voor de slagaders en de hersenen, maar de effecten zijn complex en het duurt een tijdje voordat ze merkbaar zijn", aldus Wes Leffers, hoofdauteur en universitair hoofddocent kinesiologie.

Leffers onderzoekt de stijfheid van grote slagaders en de bloedstroom naar de hersenen bij mensen van middelbare leeftijd en hoe dit de gezondheid van het hart en de hersenen op latere leeftijd beïnvloedt.

Hij zei dat deelnemers aan de oefengroep in de pilotstudie verbeteringen lieten zien in cognitieve functies en piek-VO2 – een maatstaf voor aerobe fitheid en het vermogen van het lichaam om zuurstof te gebruiken tijdens het sporten. Maar tot verrassing van de onderzoekers nam de instabiliteit van de cerebrale bloedstroom toe in de oefengroep. Hoewel dit statistisch niet significant was, merkte Leffers op dat de bevinding consistent is met andere recente studies.

"Het kan zijn dat het vaatstelsel van de hersenen langer nodig heeft om zich aan te passen aan training vergeleken met het hart en centrale bloedvaten zoals de aorta", voegt Leffers toe. Hij wijst erop dat andere onderzoeken met een jaar training verbeteringen hebben aangetoond in de continue bloedstroom naar de hersenen.

Aanvullende informatie over de pilotstudie. De pilotstudie aan de Iowa State University omvatte 28 deelnemers in de leeftijd van 40 tot 64 jaar. Allen werden beschouwd als inactief en hadden een hoge bloeddruk, oftewel hypertensie stadium 1.

Negentien mensen werden willekeurig toegewezen aan een twaalf weken durend aerobisch trainingsprogramma, drie keer per week. De deelnemers droegen hartslagmeters die gesynchroniseerd waren met hun fitnessapparaten. Deze pasten automatisch de snelheid, helling of weerstand aan om hun hartslag binnen een vooraf bepaald bereik te houden voor die sessie.

Aan de deelnemers, inclusief degenen die niet sportten, werd gevraagd om hun normale fysieke levensstijl en eetpatroon te behouden.

De onderzoekers maten de bloedstroompulsaties met behulp van niet-invasieve Doppler-echografie en tonometrie, waarmee de druk in de ogen wordt gemeten, aan het begin, midden en einde van de pilotstudie. Cardiovasculaire fitheid en cognitieve metingen uit drie tests werden aan het begin en einde van de studie verzameld.

Leffers merkte op dat de taken zich richtten op "geheugen en uitvoerende functies, die het sterkst worden beïnvloed door veroudering en cognitieve ziekten."

Specifieke resultaten: De piek-VO2 nam met 6% toe in de aerobe trainingsgroep en daalde met 4% in de controlegroep. De cerebrale bloedstroompulsatie had de neiging toe te nemen in de aerobe trainingsgroep. De respons van het werkgeheugen verbeterde met aerobe training, maar niet in de controlegroep. Marian Kohut, Barbara E. Forker hoogleraar kinesiologie; Angelique Brellenthin, universitair docent kinesiologie; masterstudenten Krista Reed en Quinn Keleher; en bachelorstudent Abby Freskoln waren coauteurs van het artikel.

Leffers zei dat het onderzoeksteam geïnteresseerd is in het herhalen en uitbreiden van de pilotstudie, maar dan met de focus op vrouwen in de overgang.

"Er zijn aanwijzingen dat de vasculaire voordelen van lichaamsbeweging afnemen na de menopauze, maar we weten niet wat er gebeurt met de bloedvaten in de hersenen en de mogelijke voordelen voor de hersenen", aldus Leffers.

Door inzicht te krijgen in de effecten en beperkingen van lichaamsbeweging en de onderliggende vasculaire mechanismen van dementie en cerebrovasculaire aandoeningen, hopen onderzoekers licht te werpen op gedragsinterventies die de gezondheid en kwaliteit van leven kunnen verbeteren.