Jongens hebben meer kans om te genezen van HIV na intra-uteriene infectie

Babymeisjes lopen meer risico om tijdens de zwangerschap of geboorte via hun moeder besmet te raken met hiv dan babyjongens. Bij jongetjes is de kans groter dat ze genezen of in remissie gaan, zo stellen onderzoekers in een nieuw onderzoek dat de verschillen tussen de seksen in het immuunsysteem benadrukt.

De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat jaarlijks ongeveer 1,3 miljoen vrouwen en meisjes met hiv zwanger raken. De kans dat het virus tijdens de zwangerschap, bevalling of borstvoeding wordt overgedragen, bedraagt, bij afwezigheid van enige interventie, 15 tot 45 procent.

Volgens hoofdonderzoeker Philip Goulder heeft het onderzoek een aantal belangrijke mechanismen geïdentificeerd waarmee langdurige hiv-remissie kan worden bereikt. Deze mechanismen zijn relevant voor zowel kinderen als volwassenen.

Goulder en collega's onderzochten 284 zuigelingen in KwaZulu-Natal, Zuid-Afrika, een van de regio's met de hoogste HIV-prevalentie ter wereld. Zij begonnen vanaf de geboorte met antiretrovirale combinatietherapie (cART) nadat ze tijdens de zwangerschap waren blootgesteld aan HIV.

"We ontdekten dat de overdracht van HIV op mannelijke foetussen 50 procent minder vaak voorkwam dan op vrouwelijke foetussen", zegt Goulder, hoogleraar immunologie aan de afdeling kindergeneeskunde aan de Universiteit van Oxford in het Verenigd Koninkrijk.

"De geïnfecteerde jongens hadden lagere virusniveaus in hun bloed en tot nu toe hebben vier jongens in deze studie hiv-genezing/remissie bereikt. Dat betekent dat ze onmeetbare hiv-niveaus in hun bloed hebben, zelfs zonder behandeling", aldus hij.

De genezing van HIV wordt onderverdeeld in 'echte genezing', waarbij het virus volledig uit het lichaam verdwijnt, en 'functionele genezing' of 'remissie', waarbij het virus niet langer in het bloed kan worden aangetroffen, zelfs nadat de behandeling is gestopt.

Volgens Goulder komt het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke baby's waarschijnlijk doordat mannelijke foetussen minder geactiveerde CD4 T-cellen bevatten dan vrouwelijke foetussen. Hierdoor kan het virus moeilijker een reservoir creëren en een barrière vormen tegen infectie.

"Als het virus per ongeluk op een man wordt overgedragen, heeft hij moeite om te overleven omdat er niet genoeg geactiveerde CD4 T-cellen zijn om de infectie in stand te houden", voegde hij toe.

CD4 T-cellen zijn een type witte bloedcellen die het lichaam helpen infecties zoals hiv te bestrijden. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem en zijn het doelwit van hiv wanneer het je infecteert. HIV verspreidt zich langzamer wanneer het aantal CD4 T-cellen laag is.

Het onderzoek, vorige maand gepubliceerd in het open access tijdschrift Nature Medicine, draagt bij aan de bestaande kennis over HIV-genezing/-remissie en kan implicaties hebben voor behandelstrategieën die niet alleen op kinderen zijn gericht, maar op alle 39 miljoen mensen wereldwijd die met HIV leven, aldus de onderzoekers.

"Dit is een baanbrekende prestatie voor Zuid-Afrika, waar bijna acht miljoen mensen met hiv leven", aldus Nomonde Bengu, medeauteur van de studie van het Queen Nandi Regional Hospital in KwaZulu-Natal.

Het onderzoek loopt sinds 2015 en omvat jaarlijks 30 baby's, met tot nu toe 315 deelnemers.

"Dit is waarschijnlijk de grootste groep van dit soort ter wereld", aldus Bengu.

"Wij bestuderen en volgen niet alleen kinderen met hiv, maar ook hun moeders."

Door moeder en kind te kunnen zien op het moment van de geboorte, toen hiv kon worden vastgesteld, konden onderzoekers het specifieke overgedragen virus bestuderen, het zogenaamde 'kernvirus', aldus Bengu.

"Dit is een uiterst waardevolle bron voor het begrijpen van de mechanismen van genezing/remissie bij kinderen die dit vervolgens bereiken," voegde ze toe.

De onderzoekers constateren echter dat sommige mannelijke zuigelingen nog steeds een zeer laag gehalte aan HIV-antilichamen in hun bloed hebben.

"De langetermijneffecten op kinderen zijn onbekend", erkent Goulder.

"Een Afrikaans kind dat vergelijkbaar is met de kinderen in ons onderzoek, bleef 15 jaar lang onbehandeld met een niet-aantoonbaar virus in het bloed. Het is mogelijk dat sommige kinderen hun hele leven zonder antiretrovirale therapie blijven."

Volgens de onderzoekers komen de bevindingen overeen met wat we weten over hiv-infecties bij volwassenen.

Zij stellen dat de mechanismen waarmee genezing/remissie van HIV bereikt kan worden, potentieel toepasbaar zijn op alle 39 miljoen mensen die met HIV leven.

De onderzoekers erkennen dat het aantal kinderen dat genezing/remissie bereikt klein is en dat verder onderzoek belangrijk is.

Maar ze zeggen dat het een verbetering is ten opzichte van eerdere onderzoeken waaruit bleek dat slechts een klein aantal kinderen genezing/remissie bereikte.

"Dit artikel geeft een impuls en meer kennis aan de inspanningen om hiv onder controle te krijgen door middel van immuuninterventies", aldus Mark Cotton, emeritus hoogleraar bij de afdeling kindergeneeskunde en kindergezondheid aan de Universiteit Stellenbosch in Zuid-Afrika, die niet betrokken was bij het onderzoek.

"Het onderzoek benadrukt een van de complexiteiten: meisjes lopen een grotere kans om besmet te raken met hiv. Het benadrukt ook het belang van het bestuderen van kinderen in onderzoek naar hiv-behandeling en -bestrijding."