De eerste effectieve behandeling voor een beet van een spuwcobra is gevonden

Wetenschappers hebben een nieuwe behandeling voor slangenbeten ontdekt die weefselvernietiging door het gif van de Afrikaanse spugende cobra voorkomt.

Het gif van de spugende cobra is extreem krachtig en veroorzaakt dermonecrose, een snelle vernietiging van huid, spieren en botten rond de beet. Dit kan leiden tot blijvend letsel en misvorming, inclusief het verlies van ledematen en amputaties in extreme gevallen.

Professor Nicholas Caswell en collega's van de Liverpool School of Tropical Medicine, waaronder Dr. Stephen Hall, nu werkzaam bij Lancaster University, ontdekten dat door het gebruik van een aangepast medicijn, varespladib, om een van de twee belangrijkste gifstoffen te blokkeren die dermonecrose veroorzaken in het gif van spugende cobra's, schade aan de huid en spieren werd voorkomen.

Jaarlijks hebben slangenbeten wereldwijd bij ongeveer 400.000 mensen langdurige negatieve gevolgen. Een aanzienlijk deel van de gevallen in Afrika wordt veroorzaakt door beten van spugende cobra's.

Er is momenteel geen effectieve behandeling voor ernstige lokale vergiftiging veroorzaakt door het gif van spuwende cobra's. Bestaande antitoxines werken alleen tegen beten van andere slangensoorten en zijn vaak niet effectief bij de behandeling van lokale vergiftiging, omdat de antistoffen in de antitoxines te groot zijn om door te dringen in het gebied rond de beet.

Professor Caswell zei: "Onze bevindingen beloven de behandeling van slangenbeten in tropische gebieden aanzienlijk te verbeteren. De huidige behandelingen voor spugende cobrabeten worden algemeen erkend als ineffectief, wat leidt tot hoge percentages invaliditeit en amputaties in de meeste delen van Afrika. Onze gegevens tonen aan dat het blokkeren van slechts één van de belangrijkste families van gifstoffen in het gif van spugende cobra's waarschijnlijk de weefselvernietiging kan voorkomen die duizenden patiënten per jaar treft."

Het team van professor Caswell, onder leiding van promovendus Keira Bartlett en dr. Steven Hall, en onderzoekers uit Canada, Denemarken, Costa Rica en de VS, analyseerden eerst het gif van spugende cobra's om de toxines te identificeren die dermonecrose veroorzaken. De resultaten toonden aan dat cytotoxische drievingertoxines (CTx) de belangrijkste boosdoeners waren, maar fosfolipase A2 (PLA2) speelde ook een rol in het proces.

Lokale toediening van de PLA2-remmer varespladib verminderde de mate van dermonecrose, zelfs wanneer deze een uur na de beet werd toegediend. Bovendien bood het medicijn ook bescherming tegen door het gif veroorzaakte spiertoxiciteit.

Uit de bevindingen van het onderzoek blijkt dat varespladib een waardevolle behandeling kan zijn tegen weefselschade die wordt veroorzaakt door het gif van zwartnekcobra's en roodspuugcobra's. Deze schade veroorzaakt aanzienlijk leed bij slachtoffers van slangenbeten op het Afrikaanse continent, aldus de auteurs.

Hoofdauteur Dr. Hall zei: " Slangenbeten zijn een verwoestende, maar vaak verwaarloosde tropische ziekte waarbij door gif veroorzaakte weefselnecrose jaarlijks bij honderdduizenden slachtoffers blijvende verwondingen veroorzaakt."

"Ons werk toont aan dat het medicijn varespladib uiterst effectief is in het remmen van necrose veroorzaakt door Afrikaanse spugende cobra's. Dit is vooral belangrijk omdat hun gif zeer snel werkt en zeer destructief is. We hopen dat dit onderzoek de weg vrijmaakt voor toekomstige therapieën tegen slangenbeten die het leven en de ledematen van slachtoffers over de hele wereld kunnen redden."

Promovendus Keira Bartlett voegde toe: "Deze resultaten zijn veelbelovend; niet alleen omdat het een nieuwe behandeling is waarvoor tot nu toe nog geen effectieve behandeling bestond, maar ook omdat varespladib al is getest in klinische proeven op mensen, waaronder tests voor slangenbeten, en binnenkort wellicht beschikbaar is voor echte patiënten."

Het team van professor Caswell is al op zoek naar effectieve behandelingen die CTx-toxines effectief blokkeren. Een behandeling tegen beide toxines zou de effectiviteit van varespladib aanzienlijk kunnen verbeteren en de langetermijngevolgen van spugende cobrabeten in Afrika en daarbuiten aanzienlijk kunnen verminderen.

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.