Eetbare verpakkingen vervangen plastic

Onderzoekers uit Brazilië hebben een nieuw type plastic ontwikkeld dat als voedsel kan worden gebruikt. De folie voor het bewaren van voedsel is gemaakt van tomaten, spinazie, papaja, enz. Zoals de projectleider opmerkte, zijn de voordelen van hun ontwikkeling dat er geen synthetische verpakkingen nodig zijn en dat voedselresten worden gebruikt voor de productie van het materiaal. Deze technologie voor de productie van plastic folie van fruit is de eerste in zijn soort.

De structuur, sterkte en andere fysieke eigenschappen van het nieuwe eetbare materiaal verschillen niet van die van gewoon plastic. Bovendien beschermt en conserveert zo'n folie voedsel goed.

Het feit dat het verpakkingsmateriaal geschikt is voor gebruik als voedsel, kan breed worden toegepast in de industriële productie. De projectleider merkte op dat verpakkingen voor gevogelte of soep op smaak gebracht met specerijen in water kunnen oplossen zonder resten achter te laten.

Het nieuwe type plastic wordt geproduceerd uit gedehydrateerde producten die worden gemengd met nanomaterialen met bindende eigenschappen.

De grootste uitdaging voor wetenschappers was het vinden van de formule, de samenstelling van de componenten en de verhoudingen, zodat het materiaal uiteindelijk alle benodigde eigenschappen zou hebben.

Volgens de materiaalkundige ondergaan de originele producten een dehydratatietechnologie waarbij water de vloeibare fase omzeilt. Dit betekent dat de vloeibare fase bij bevriezing direct in een gasvormige toestand verandert. Het resultaat zijn producten die geen water bevatten, maar tegelijkertijd hun voedingsstoffen behouden. Deskundigen merken op dat dit proces kan worden toegepast op fruit, groenten, peulvruchten en zelfs sommige kruiden, waardoor de smaak en kleur van eetbare verpakkingen gevarieerder worden.

De ontwikkeling van voedselplastic begon een paar decennia geleden. Aanvankelijk werden, volgens de projectmanager, hernieuwbare materialen gebruikt als alternatief voor plastic. Daarbij begonnen specialisten voedselvezels aan plastic toe te voegen, waarbij twee soorten grondstoffen werden gecombineerd. Specialisten testten vele natuurlijke vezels, zoals kokosvezels, jute, sisal en katoen, die een maximale weerstand tegen beschadiging vertoonden. Bovendien waren deze vezels vele malen sterker dan synthetische polymeren.

Voordat ze een nieuw eetbaar plastic ontwikkelden, ontwikkelden onderzoekers biologisch afbreekbare polymeren om verpakkingen te produceren die snel in het milieu terechtkomen.

Het project voor de productie van eetbare verpakkingen verliep in verschillende fasen. In de eerste fase produceerde een nanotechnologisch laboratorium een nano-emulsie van aldehyde uit kaneelolie, die werd geselecteerd vanwege zijn antimicrobiële eigenschappen.

Wetenschappers zijn erin geslaagd een emulsie te verkrijgen die kristallen met verschillende diameters bevat (van 20 tot 500 nanometer).

Vervolgens creëerden de specialisten een film op basis van pectine, dat gelerende eigenschappen heeft, en voegden hier ook papajapuree en een nano-emulsie van kaneelaldehyde aan toe.

Vervolgens voegden experts chitosan (een polysaccharide met antibacteriële eigenschappen) toe, waardoor de producten langer vers blijven.

[ 1 ]