Eerste proef met varenicline voor stoppen met roken in de VS succesvol

Volgens onderzoekers laat de eerste Amerikaanse klinische proef met varenicline voor het stoppen met e-sigarettengebruik veelbelovende resultaten zien en is er behoefte aan grotere proeven.

Onderzoekers van het Yale Cancer Center en het Hollings Cancer Center aan de medische universiteit van South Carolina publiceerden de resultaten van hun klinische proef met varenicline om volwassenen te helpen stoppen met het gebruik van e-sigaretten in het American Journal of Preventive Medicine.

De resultaten lieten een significant verschil zien tussen de placebogroep en de groep die het medicijn kreeg. "We zagen een verschil van 15% in stopzettingspercentages, waarbij de medicijngroep een stopzettingspercentage van 45% had", aldus Lisa Fucito, PhD, hoofdauteur en directeur van de tabaksbehandelingsdienst van het Yale Cancer Center en het Smilow Hospital.

Benjamin Toll, Ph.D., directeur van het programma voor tabaksbehandeling bij MUSC Health en hoofdauteur van de studie, zei dat de onderzoekers het onderzoek zo hebben opgezet dat het zo dicht mogelijk bij de echte omstandigheden in de praktijk staat - van de mensen die aan het onderzoek deelnemen tot het soort ondersteuning dat ze waarschijnlijk van hun huisarts zullen ontvangen.

De publicatie van hun resultaten volgt op de publicatie van een onderzoek naar cytisinicline voor het stoppen met e-sigaretten. Beide middelen werken op een vergelijkbare manier. Varenicline is echter al verkrijgbaar als generiek geneesmiddel in de VS, terwijl cytisinicline nog geen FDA-goedkeuring heeft gekregen en momenteel niet beschikbaar is voor patiënten.

Varenicline, misschien beter bekend onder de merknaam Chantix, is door de FDA goedgekeurd om volwassenen te helpen stoppen met het roken van gewone sigaretten. Maar ondanks het toenemende aantal e-sigarettengebruikers, zijn er geen goedgekeurde medicijnen om hen te helpen stoppen met het gebruik ervan.

"Mensen kunnen met deze e-sigaretten een zeer hoge nicotine-inname bereiken en ze bijna de hele dag door gebruiken. De vraag die we ons allemaal stellen is dus: kan een farmacotherapie dit bewerkstelligen?", aldus Fucito.

Het is een logistiek probleem. Rokers moeten een sigaret uit het pakje halen en aansteken. Het is makkelijk om het gebruik bij te houden. Er zijn ook natuurlijke stopmomenten: als een sigaret op is, moet hij worden uitgemaakt, en als het pakje leeg is, moet hij worden weggegooid en een nieuwe worden gekocht voordat er weer gerookt kan worden.

E-sigaretten kunnen echter meer dan 5000 trekjes meegaan, waardoor het lastig is om het verbruik bij te houden, maar wel makkelijker te gebruiken. Toll vertelde dat hij patiënten heeft die beschrijven dat ze hun e-sigaret onder hun kussen bewaren, zodat ze vlak voor het slapengaan en direct na het wakker worden kunnen vapen.

Eerdere studies hebben aangetoond dat de meeste e-sigaretgebruikers willen stoppen. Het was echter onduidelijk of de producten die gebruikt worden om te stoppen met roken van gewone sigaretten, ook zouden werken voor e-sigaretten.

"We hebben meer farmacotherapeutische behandelingen nodig om de zeer sterke fysieke afhankelijkheid die kan ontstaan door e-sigaretgebruik te beheersen. Mensen ervaren aanzienlijke ontwenningsverschijnselen wanneer ze proberen te stoppen, en die ontwenningsverschijnselen zijn zo onaangenaam en moeilijk te beheersen met alleen gedragsondersteuning", aldus Fucito.

Een recent Italiaans onderzoek combineerde farmacotherapie met intensieve wekelijkse gedragstherapiesessies. Het cytisiniclineonderzoek omvatte ook wekelijkse sessies van 10 minuten met getrainde counselors.

In deze studie wilden de onderzoekers echter nagaan hoe goed farmacotherapie zou werken in een typische zorgomgeving. Dat wil zeggen dat een patiënt waarschijnlijk een kort gesprek met een huisarts krijgt, samen met een recept en informatie over hulpmiddelen om te stoppen, maar geen vervolgconsulten.

Om dit te bewerkstelligen, ontwikkelden ze een zelfhulpgids voor stoppen met roken voor patiënten, met praktische hulpmiddelen en tips om te stoppen. Een erkende zorgverlener sprak ook met elke patiënt om uit te leggen hoe het medicijn gebruikt moet worden, gaf kort advies en instrueerde hen om een stopdatum vast te stellen één tot twee weken na het starten met het medicijn.

"We hebben een lichtere aanpak gekozen, die aansluit bij de gedragsondersteuning die je krijgt als je naar je dokter gaat en vraagt om hulp bij het stoppen met e-sigaretten", aldus Fucito.

De studie omvatte ook patiënten met een voorgeschiedenis van depressie. Dat was belangrijk omdat Chantix ooit een 'black box'-waarschuwing had nadat rapporten het medicijn in verband brachten met psychiatrische bijwerkingen. Die waarschuwing werd in 2016 ingetrokken nadat een zeer grootschalig onderzoek had uitgewezen dat het medicijn veilig was. Toll en Fucito zeiden echter dat het stigma rond de waarschuwing nog steeds leeft bij zowel zorgprofessionals als het grote publiek.

"Er is nog steeds enige aarzeling om dit zeer veilige - nu generieke - medicijn voor te schrijven, en dat zou niet zo moeten zijn," aldus Toll.

Geen van de deelnemers aan dit onderzoek ondervond ernstige bijwerkingen, hoewel een groter onderzoek nodig zou zijn om deze bevinding te bevestigen. De meeste bijwerkingen waren misselijkheid, slapeloosheid en levendige dromen.

Een ander goed nieuws is dat degenen die stopten met het roken van e-sigaretten, niet terugvielen in het roken van gewone sigaretten.

"Als je een rookgeschiedenis hebt, is een van de zorgen op dit gebied dat je weer gaat roken als je stopt met e-sigaretten," zei Toll. "En dat hebben we niet gevonden."

Aan de andere kant identificeerden de onderzoekers in de resultaten een mogelijke zorg: mensen zonder rookgeschiedenis – met andere woorden, mensen die alleen e-sigaretten hebben gebruikt – zouden het moeilijker kunnen hebben om te stoppen. Dit zou kunnen komen doordat deze groep vaker e-sigaretten gebruikt, waardoor ze meer nicotine binnenkrijgen.

Er zijn grotere studies nodig om deze vragen te onderzoeken. Maar deze studie zou zorgverleners in ieder geval het vertrouwen moeten geven om varenicline voor te schrijven aan patiënten die proberen te stoppen met het gebruik van e-sigaretten.

"We willen dat mensen terugkeren naar dit medicijn", legde Fucito uit. "Er zijn mensen die nu hulp nodig hebben en die waarschijnlijk moeite zullen hebben om zelfstandig te stoppen met het gebruik van e-sigaretten, omdat de technologie nicotinegehaltes mogelijk maakt die we nog nooit eerder hebben gezien."