Een vrouw met een donorbaarmoeder kon een baby dragen en ter wereld brengen

In Zweden vond een uniek geval plaats van de geboorte van een kind dat werd geboren uit een vrouw met een getransplanteerd donororgaan: een baarmoeder.

De 36-jarige vrouw die aan het experiment deelnam, kon ondanks enkele moeilijkheden (vroeggeboorte, ernstige toestand van de moeder) een volledig gezonde baby dragen en ter wereld brengen.

De baby werd geboren na 32 weken en woog slechts 1800 kg. Artsen ontdekten dat hij een hartritmestoornis had, maar vandaag de dag is zijn toestand bijna weer normaal en voelen zowel moeder als kind zich goed.

Problemen met de baarmoeder, het belangrijkste orgaan voor de vruchtbaarheid, kunnen niet alleen ontstaan door aangeboren afwijkingen, maar ook na een kankerbehandeling. In dat geval is de enige kans voor een vrouw om moeder te worden een donororgaantransplantatie.

Bij de Zweedse vrouw die aan het onderzoeksproject deelnam, werden geen afwijkingen aan haar eierstokken vastgesteld. Ze onderging een cyclus van in-vitrofertilisatie (IVF), waaruit elf embryo's voortkwamen.

De volgende stap was de transplantatie van een donororgaan, afkomstig van een vrouw die enkele jaren geleden al in de menopauze was. Na de transplantatie kreeg de Zweedse vrouw een kuur medicijnen die de afstoting van een vreemd orgaan voorkomen. Een jaar na de operatie werd besloten om ingevroren embryo's te implanteren.

Er zijn in het verleden meerdere pogingen gedaan om een donorbaarmoeder te transplanteren. In één geval moest het orgaan echter drie maanden na de operatie verwijderd worden, omdat het niet meer normaal functioneerde. In een ander geval eindigde de zwangerschap van de vrouw in een miskraam.

Vóór de laatste poging om een donororgaan te transplanteren, voerden wetenschappers langetermijnstudies (meer dan tien jaar) uit op dieren. Volgens hen was dit de reden voor de succesvolle operatie.

Deskundigen waarschuwen er echter voor dat het innemen van medicijnen die de afstoting van een vreemd orgaan voorkomen, aanzienlijke gezondheidsschade oplevert. In de toekomst zal het daarom nodig zijn om het donororgaan te verwijderen of opnieuw een kind te dragen.

Een ander uniek geval was de implantatie van een vagina bij patiënten, die uit hun eigen cellen was gegroeid. De eigenaren van zo'n orgaan waren vier jonge meisjes met een zeldzame genetische afwijking, waardoor de baarmoeder en vagina nog steeds onderontwikkeld zijn. Zoals de meisjes zelf aangeven, zien ze vijf tot acht jaar na de operatie geen problemen met het orgaan, dat overigens volkomen normaal functioneert. De meisjes merkten ook op dat ze een volwaardig seksleven hebben.

De genetische stoornis die bij de deelnemers aan het onderzoek werd aangetroffen, het Mayer-Rokitansky-Kuster-Hauser-syndroom, komt bij ongeveer één op de 4.000 vrouwen voor.

Ten tijde van de transplantatie waren de meisjes tussen de 13 en 18 jaar oud. De geïmplanteerde vagina was gekweekt uit de eigen cellen van de patiënten, wat orgaanafstoting voorkwam.

Om de perfecte vagina te creëren, hadden experts een monster van het vulvaweefsel van de patiënten nodig, dat vervolgens in het laboratorium werd vermenigvuldigd. Nadat het weefsel de gewenste grootte had bereikt, creëerden artsen chirurgisch een holte in het lichaam, waaraan ze een deel van de kunstmatige vagina bevestigden en het resterende deel aan de baarmoeder.

[ 1 ]