Combinatie van flavonoïde met vitamine B6 kan helpen de cognitieve functie te behouden

Een tekort aan vitamine B6 hangt samen met cognitieve stoornissen. Nieuw onderzoek biedt een innovatieve aanpak om een adequaat B6-niveau te handhaven.

Uit een onderzoek bij muizen is gebleken dat de natuurlijke flavonoïde 7,8-dihydroxyflavone zich kan binden aan het enzym dat B6 afbreekt en dit kan remmen. Zo kan het B6-gehalte in de hersenen op peil blijven.

Het enzym in kwestie heet pyridoxaalfosfatase (PDXP).

Deze studie bouwt voort op eerder werk van hetzelfde team, onder leiding van Antje Gohl, PhD, van het Instituut voor Farmacologie en Toxicologie aan de Universiteit van Würzburg in Duitsland. Eerdere studies toonden aan dat muizen beter ruimtelijk leervermogen en geheugen hadden wanneer pyridoxaalfosfatase was gedeactiveerd.

Het verband tussen vitamine B6 en cognitieve gezondheid

Jackilyn Becker, PhD, neuropsycholoog en onderzoeker volksgezondheid aan de Icahn School of Medicine van Mount Sinai, was niet betrokken bij het onderzoek. Zij legt uit dat vitamine B6 nodig is voor een optimale neurotransmittersynthese en homocysteïnemetabolisme, wat direct van invloed is op de cognitieve functie.

Vitamine B6-tekort wordt al lang in verband gebracht met cognitieve stoornissen, met name in gebieden die verband houden met de hippocampusfunctie. In de hersenen bevordert vitamine B6 de synthese van neurotransmitters (zoals serotonine, dopamine en gamma-aminoboterzuur) en helpt het de homocysteïnespiegel in het bloed te verlagen.

Problemen met B6-supplementen

Tot nu toe waren de voordelen van het verhogen van de B6-spiegel door middel van supplementen onduidelijk. Klinische studies hebben tegenstrijdige resultaten opgeleverd, met name op het gebied van de hippocampusfunctie.

Een nieuwe studie zou dit kunnen verklaren: Gohls team ontdekte dat PDXP significant verhoogd is in de hippocampus van muizen van middelbare leeftijd in vergelijking met jonge muizen. Dit komt overeen met leeftijdsgebonden geheugenverlies. Dit suggereert dat therapeutische vitamine B6-supplementen mogelijk niet voldoende zijn om de B6-spiegel in de hersenen te verhogen, omdat de toegevoegde vitamine B6 direct wordt afgebroken door hyperactieve PDXP.

Verschillen tussen muizen en mensen

Eerder onderzoek van het team toonde aan dat ruimtelijk leren en geheugen bij muizen verbeterden wanneer PDXP genetisch werd uitgeschakeld. In de nieuwe studie werden muizen opgeofferd en gebruikten de onderzoekers screening op kleine moleculen, eiwitkristallografie en biolaaginterferometrie om de effecten van 7,8-dihydroxyflavone op pyridoxaalfosfatase te observeren.

Ondanks de verschillen tussen muizen en mensen, worden de belangrijkste functies van vitamine B6 in cognitieve processen, zoals de synthese van neurotransmitters en het metabolisme van homocysteïne, mechanistisch uitwisselbaar geacht tussen muizen en mensen.

De toekomst van 7,8-dihydroxyflavone

Het team verwacht dat 7,8-dihydroxyflavone PDXP in de hersenen zal remmen en, samen met B6-supplementen, de B6-spiegel in cellen zal verhogen. Of dit de cognitieve prestaties zal verbeteren, valt nog te bezien en zal in toekomstige studies worden onderzocht.

Meer onderzoek is nodig om de rol van B6-suppletie bij neurodegeneratieve aandoeningen, de biologische beschikbaarheid ervan in synthetische (versus dieet) vormen en de juiste dosering te bepalen. Het therapeutische potentieel van B6-toediening zal waarschijnlijk per individu moeten worden beoordeeld, in combinatie met een passend dieet, voeding en een levensstijl die geoptimaliseerd zijn om de cognitieve en mentale gezondheid te ondersteunen.