Bijna de helft van alle ouderen ter wereld krijgt niet de hulp die ze nodig hebben

Volgens de WHO zijn er ongeveer 600 miljoen mensen ouder dan 60 jaar op aarde. Naar verwachting zal het aantal ouderen wereldwijd tegen 2025 verdubbelen. Maar het is tegenwoordig vrij moeilijk om aan alle behoeften van deze categorie burgers te voldoen op het gebied van gezondheid en een normale levenskwaliteit. Een groep wetenschappers voerde een onderzoek uit aan een van de universiteiten van Michigan en aan het Washington City Institute, waaruit bleek dat de helft van de ouderen regelmatig problemen ondervindt en niet de nodige hulp krijgt.

Tijdens hun werk beoordeelden de specialisten de indicatoren van een van de zorgverzekeringsprogramma's. De wetenschappers analyseerden de gegevens van ouderen die in 2011 deelnamen aan de National Study of Aging. Hieruit bleek dat 11 miljoen ouderen de hulp kregen die ze nodig hadden in hun dagelijks leven. Iets meer dan de helft van de deelnemers aan het onderzoek gaf aan dat de afgelopen maand zonder noemenswaardige problemen was verlopen, maar bijna 30% had hulp nodig (bij huishoudelijk werk, zelfzorg of mobiliteit). Nog eens 20% van de deelnemers redde het met moeite, maar wel zelfstandig.

Van de ouderen die hulp ontvingen, woonde één op de vier in een hospice (een speciale medische instelling die goede zorg biedt aan mensen die naar verwachting zullen sterven) of in een verpleeghuis.

Bovendien hadden ouderen met een laag inkomen vaak ernstige beperkingen. In hospices hadden deze mensen dagelijks hulp nodig bij drie of meer persoonlijke zaken.

Bijna iedere oudere had wel één familielid of goede vriend die voor hen kon zorgen.

Ouderen in verpleeghuizen ontvingen gemiddeld ruim 150 uur informele zorg per maand, terwijl ouderen in hospices ongeveer 50 uur ontvingen.

Ongeveer 70% van de ouderen werd geholpen door familie of vrienden, en 30% moest betalen voor de geleverde diensten. Van degenen die wel voor zorg betaalden, was een groot deel ontevreden over de ontvangen diensten.

Wereldwijd hebben ongeveer 5,5 miljoen mensen negatieve effecten ervaren na het ontvangen van persoonlijke verzorging van slechte kwaliteit. Onder ouderen die zorg ontvingen van een speciaal ingehuurde persoon (een mantelzorger), is het aantal negatieve effecten bijna verdubbeld.

Bovendien kwam Princeton University, na analyse van gegevens uit een onderzoek uit 2004, tot de conclusie dat dochters vaker voor hun bejaarde ouders zorgen dan zonen.

Onderzoekers merkten op dat vrouwen 12,3 uur per maand besteden aan de zorg voor hun ouders, terwijl mannen 5,6 uur per maand besteden. De tijd die vrouwen besteden aan de zorg voor hun ouders wordt beperkt door andere verantwoordelijkheden (werk, kinderen, huishoudelijk werk, enz.), terwijl mannen hun ouders alleen helpen als er niemand anders is. Als een gezin kinderen van beide geslachten heeft, wordt de voogdij over bejaarde ouders verdeeld op basis van geslacht. Zonen leggen vaak de volledige verantwoordelijkheid voor de zorg voor hun ouders bij vrouwen.

Deskundigen achten deze conclusies uiterst belangrijk, aangezien dergelijke zorg vaak ernstige mentale en fysieke gevolgen heeft voor de gezondheid van mensen die voor oudere familieleden zorgen, vaak zelfs met de dood tot gevolg. Zorgverleners hebben vaak moeite met het combineren van hun dagelijkse verantwoordelijkheden (werk, thuis, familie, enz.) met de zorg voor hun bejaarde ouders. Vaak geven ze succesvolle carrières op, enz. Bovendien brengt de zorg voor ouderen aanzienlijke kosten met zich mee, omdat er vaak hulp nodig is bij de aankoop van medicijnen of het betalen van rekeningen.

[ 1 ]