Bacteriën die op honden leven voorkomen de ontwikkeling van astma

"Deze microben kunnen een beschermende barrière vormen voor een kind tegen een ziekte zoals astma." Deze conclusie werd getrokken door specialisten van de Universiteit van Californië, onder leiding van dr. Kei Fujimura. Volgens wetenschappers dienen bacteriën die op dieren leven als een soort barrière tegen het respiratoir syncytieel virus, wat het risico op astma verhoogt.

Bacteriegemeenschappen in huizen met en zonder dieren verschillen inderdaad aanzienlijk in samenstelling. En als er een hond in een huis woont, is de kans klein dat het kind in de toekomst astma ontwikkelt. Om dit probleem grondig te begrijpen, verzamelden wetenschappers stofmonsters uit verschillende huizen en voerden deze vervolgens samen met hun voer aan muizen.

Acht dagen later werden de dieren geïnjecteerd met respiratoir syncytieel virus, terwijl hun immuunreactie werd gemonitord. De muizen die monsters ontvingen die afkomstig waren uit huizen waar honden leefden, vertoonden dus geen tekenen van ontsteking of slijmproductie. Bovendien werden er bacteriegemeenschappen in het maag-darmkanaal van de muizen aangetroffen die fundamenteel verschilden van die van de controlegroep.

Het is de microflora in de darmen die de verdediging tegen het virus vormt. Het is goed mogelijk dat als het lichaam op jonge leeftijd wordt blootgesteld, er immuniteit ontstaat tegen ziekten zoals astma. Verder onderzoek is nodig om dit te bevestigen.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ], [ 4 ], [ 5 ], [ 6 ], [ 7 ]