Graden van brandwonden

Eerstegraads brandwonden zijn rood, gemakkelijk en zichtbaar bleek bij lichte druk, pijnlijk en gevoelig. Er vormen zich geen blaren bij eerstegraads brandwonden.

Bij oppervlakkige brandwonden met gedeeltelijke schade aan de lederhuid wordt de huid ook bleek bij druk, is pijnlijk en gevoelig. Brandblaren ontwikkelen zich binnen 24 uur. De onderkant van de blaren is roze en na verloop van tijd vormt zich fibrineus exsudaat.

Diepe brandwonden met gedeeltelijke schade aan de lederhuid kunnen wit, rood of gevlekt witrood van kleur zijn. Het brandwondoppervlak wordt niet wit wanneer erop gedrukt wordt en is minder pijnlijk en gevoelig dan bij een oppervlakkige brandwond. Een speldenprik wordt vaak geïnterpreteerd als normale druk op het huidoppervlak. Blaarvorming kan optreden, maar deze brandwonden zijn meestal droog.

Brandwonden met volledige huidbeschadiging kunnen wit en zacht, zwart en verkoold, bruin en hard zijn, of felrood door hemoglobine die zich in de onderhuidse gebieden heeft vastgezet. Lichte brandwonden met volledige huidbeschadiging kunnen een normale huid simuleren, afgezien van het ontbreken van verkleuring van de huid bij het indrukken. De verbrande plekken zijn pijnloos en ongevoelig. Haar wordt gemakkelijk uit de haarzakjes getrokken. Blaren ontwikkelen zich meestal niet. Soms verstrijken er enkele dagen voordat er tekenen ontstaan die het mogelijk maken om brandwonden met volledige huidbeschadiging te onderscheiden van diepe brandwonden met gedeeltelijke schade.

Brandwonden worden geclassificeerd op basis van de diepte van de huidbeschadiging.

Bij een eerstegraadsverbranding blijft de schade beperkt tot de opperhuid.

Bij een tweedegraadsverbranding (niet de gehele dikte) wordt een deel van de lederhuid aangetast. Er wordt onderscheid gemaakt tussen oppervlakkig en diep.

Een oppervlakkige tweedegraads brandwond treft de bovenste helft van de lederhuid. Deze brandwonden genezen binnen 2-3 weken. De genezing vindt plaats doordat cellen in de opperhuid de afvoergangen van zweetklieren en haar bedekken. Deze cellen groeien naar de oppervlakte en migreren vervolgens langs de huid, waar ze zich verbinden met cellen van aangrenzende klieren en haarzakjes. Brandwonden die binnen 2-3 weken genezen, laten zelden littekens achter, behalve in geval van infectie.

Diepe tweedegraads brandwonden tasten de gehele lederhuid aan en hebben meer dan drie weken nodig om te genezen; genezing vindt alleen plaats vanaf de haarzakjes. Littekens zijn kenmerkend.

Derdegraads brandwonden beschadigen de gehele huiddikte, inclusief het onderliggende onderhuidse weefsel. Genezing vindt alleen plaats vanaf de periferie. Deze brandwonden, met uitzondering van kleine laesies, vereisen huidtransplantatie.

[ 1 ], [ 2 ]