Mannelijke seksuele activiteit is afhankelijk van het "vrouwelijke" X-chromosoom

Seksueel gedrag van het sterkere geslacht is niet noodzakelijkerwijs afhankelijk van hormonen: het is mogelijk dat sommige delen van het ‘vrouwelijke’ X-chromosoom direct de seksuele activiteit van mannen bepalen, waarbij hormonale mechanismen worden omzeild.

Het verschil tussen een man en een vrouw wordt bepaald door de hormonale balans – dit is een bekend feit. Als het kind een jongen is, wordt de foetus vanaf de vierde week van de zwangerschap behandeld met testosteron. De hormoonspiegel wordt bepaald door geslachtschromosomen, maar in hoeverre beïnvloeden deze chromosomen het gedrag? Het antwoord lijkt voor de hand te liggen: mannelijke hormonen beïnvloeden ook het mannelijke gedrag. Maar wetenschappers van de Universiteit van Virginia (VS) kwamen tot de conclusie dat hormonen in dit opzicht niet alles zijn.

Om de rol van geslachtschromosomen in de vorming van gedrag te achterhalen, hebben wetenschappers genen die het mannelijk geslacht bepalen, van het Y-chromosoom overgebracht naar een regulier, niet-sekschromosoom bij muizen. Deze mutatie stelde hen in staat om mannetjes met twee X-chromosomen te verkrijgen. XX-mannetjes produceerden hetzelfde testosteron als normale XY-mannetjes, maar, verrassend genoeg, was hun gedrag 'mannelijker': ze waren actiever in het zoeken naar vrouwtjes en hadden vaker seks. Hieruit concludeerden de onderzoekers dat mannelijk gedrag niet afhankelijk is van de testosteronspiegel en waarschijnlijk wordt aangestuurd door het X-chromosoom.

Om dit te bevestigen, vergeleken de wetenschappers normale XY-mannetjes met XXY-mannetjes. Hoewel bij mannen het extra X-chromosoom leidt tot de ontwikkeling van het Klinefelter-syndroom, vertoonden dergelijke mannetjes bij muizen ook intens 'mannelijk' gedrag. Benadrukt moet worden dat de onderzoekers zich in dit geval richten op het gedrag, niet op het uiterlijk en de fysiologie van de dieren. Hoe deze gegevens zich verhouden tot de menselijke fysiologie en het gedrag, zal de tijd leren. Het is echter vermeldenswaard dat XXY-mannetjes meer seksuele activiteit vertonen dan mannen met een normale set geslachtschromosomen.

Er bestaat een hypothese dat het X-chromosoom bij mannen matige activiteit vertoont: volgens sommige schattingen is ongeveer een kwart van de genen in het mannelijk lichaam actief. In dit geval is het gemakkelijk aan te nemen dat deze genen verantwoordelijk zijn voor seksueel gedrag bij mannen, en dat een extra kopie van het X-chromosoom dit gedrag nog sterker maakt, hoewel dit te maken heeft met een minder dan ideale hormonale achtergrond. Maar om deze theorie definitief te bevestigen, is het natuurlijk noodzakelijk om een deel van het X-chromosoom te identificeren dat, buiten hormonen om, de seksuele activiteit beïnvloedt.