Huiselijk geweld kan zich verspreiden via biologische mechanismen

Uit dierproeven is gebleken dat stress agressief gedrag jegens een partner stimuleert en dat dergelijk gedrag van generatie op generatie kan worden doorgegeven, zonder dat er sprake is van sociaal contact.

Huiselijk geweld wordt over het algemeen verondersteld te worden overgedragen via sociaal contact. Als een vader bijvoorbeeld zijn zoon slaat, is de kans groot dat de zoon zijn kind ook slaat als hij opgroeit. Maar zoals experimenten van wetenschappers van de Federale Polytechnische School van Lausanne (Zwitserland) hebben aangetoond, heeft huiselijk geweld niet per se zijn oorsprong in psychologisch trauma uit de kindertijd: het kan ook niet-sociale oorzaken hebben.

Het zou nauwelijks mogelijk zijn om een dergelijk onderzoek op mensen uit te voeren: het zou vereisen dat een persoon wordt geïsoleerd van alle sociale contacten, om nog maar te zwijgen van een lange observatieperiode. Daarom werden de experimenten uitgevoerd op ratten. Jonge mannetjes werden meerdere keren aan stress blootgesteld: ze werden bijvoorbeeld in een kamer gezet waar ze zich nergens konden verstoppen, of ze werden bang gemaakt door de geur van een vos. Toen de ratten geslachtsrijp waren, werden er vrouwtjes aan toegevoegd. Degenen die in hun adolescentie aan stress werden blootgesteld, gedroegen zich agressiever tegenover de vrouwtjes. Maar het meest verrassende was dat de nakomelingen van deze boze mannetjes hetzelfde deden als hun vaders. En dit ondanks het feit dat de mannetjesratten direct na de geboorte van hun ouders werden gescheiden, dat wil zeggen dat de vaders hen zoiets niet konden leren - tenminste niet door middel van sociaal contact.

De onderzoekers rapporteerden over hun experimenten in het tijdschrift Translational Psychiatry.

Wetenschappelijk gezien concludeerden de onderzoekers dat sommige gedragsreacties zich kunnen wortelen in de biologie van een organisme en kunnen worden doorgegeven aan de volgende generatie. Algemeen wordt aangenomen dat genen gedrag kunnen beïnvloeden, maar niet andersom. Wetenschappers staan nu voor een lastige taak: een mechanisme voorstellen voor de niet-sociale overerving van agressief gedrag. Vrouwtjes die met onvriendelijke mannetjes moesten omgaan, ontdekten een aantal gedrags-, hormonale en neurologische veranderingen. Bovendien hadden deze veranderingen invloed op zowel de vrouwtjes die met gestreste mannetjes omgingen als op de vrouwtjes die te maken hadden met de nakomelingen van de oorspronkelijke "agressors". Het is mogelijk dat agressie wordt doorgegeven aan nakomelingen door fysiologische veranderingen in het lichaam van de vrouwtjes. Aan de andere kant kan een vrouwtjesrat die pech heeft met haar man, door haar eigen stress, de zorg voor haar jongen verwaarlozen, wat hun karakter zal ruïneren. (De onderzoekers zelf zeggen echter dat ze geen verschil konden waarnemen in de mate van moederlijke zorg tussen deze en gewone vrouwtjes.)

Ten slotte is er een epigenetische verklaring, die suggereert dat stress het patroon van chemische modificaties in DNA en histonen kan veranderen, waardoor genen anders gaan werken. Dergelijke veranderingen kunnen erfelijk zijn.

Hoe het ook zij, het is nog te vroeg om de resultaten van de experimenten uit te breiden naar mensen – om geen extra rechtvaardigingen te geven aan degenen die gewend zijn hun vrouw en kinderen halfdood te slaan. Anders zouden ze hun onmatigheid en onbeschoftheid allemaal verklaren door het feit dat ze als kind uit een boom zouden zijn gevallen en daardoor "stress" zouden hebben ervaren.

[ 1 ], [ 2 ], [ 3 ], [ 4 ], [ 5 ], [ 6 ], [ 7 ], [ 8 ]