Dierlijke vetten versnellen de groei van tumoren, terwijl plantaardige vetten dat niet doen.

Obesitas verhoogt het risico op ten minste 13 ernstige vormen van kanker, waaronder borst-, darm- en leverkanker. Het verzwakt ook de tumordodende immuunreacties die door kankerimmunotherapieën worden gestimuleerd. Maar het is al lang onduidelijk of deze effecten worden veroorzaakt door de vetmassa van zwaarlijvige mensen zelf of door de specifieke vetten die ze innemen.

Nu heeft een tien jaar durend onderzoek onder leiding van Lydia Lynch van het Ludwig Institute van de Universiteit van Princeton, gepubliceerd in het huidige nummer van Nature Metabolism, een overtuigend antwoord gegeven op die vraag.

"Ons onderzoek toont aan dat de bron van voedingsvet, en niet de vetmassa zelf, de belangrijkste factor is die tumorgroei bij obese muizen beïnvloedt", aldus Lynch. "We ontdekten dat een vetrijk dieet op basis van reuzel, rundervet of boter de antitumorimmuniteit verzwakte en de tumorgroei versnelde in verschillende tumormodellen bij obese muizen. Diëten op basis van kokosolie, palmolie of olijfolie hadden echter geen dergelijk effect bij muizen met vergelijkbaar obesitas. Onze bevindingen hebben implicaties voor kankerpreventie en -zorg bij mensen met obesitas."

Lynch en haar collega's – waaronder Marcia Higis, hoofdauteur van de studie en lid van het Harvard Ludwig Center – merken op dat het vervangen van dierlijke vetten door plantaardige vetten een gunstige voedingsinterventie kan zijn voor obese patiënten die een kankerbehandeling ondergaan. Dergelijke voedingsveranderingen zouden mogelijk ook het risico op kanker bij obese mensen kunnen verminderen.

Lynch, Haigis en anderen hebben eerder aangetoond dat obesitas veranderingen in het immuunsysteem en de tumormicro-omgeving veroorzaakt die tumorprogressie bevorderen. Dit gebeurt door het immuunsysteem van het lichaam te verzwakken, waardoor immuuncellen – met name cytotoxische T-cellen (CTL's) en natural killer (NK)-cellen – minder goed in staat zijn om tumoren te infiltreren en, eenmaal daar, kankercellen te doden.

In de huidige studie gingen Lynch en haar collega's verder. Ze ontrafelden de mechanismen waarmee metabolieten van dierlijke vetten in de voeding NK-cellen en CTL's onderdrukken. Ze toonden ook aan dat deze immuunstoornis de tumorprogressie bij obese muizen versnelt – een effect dat niet werd waargenomen bij obese muizen die plantaardige vetten kregen. Sterker nog, een dieet op basis van palmolie versterkte de antitumorimmuniteit en vertraagde de tumorgroei bij obese muizen.

De onderzoekers identificeerden verschillende metabole tussenproducten in voedingsvetten, met name langketenige acicarnitineverbindingen, die NK-cellen en CTL's krachtig onderdrukken. Deze metabolieten waren met name verhoogd bij obese muizen die een dieet kregen met boter, reuzel en rundervet, maar niet bij obese muizen die een dieet kregen met plantaardige vetten. Ze melden dat deze moleculen in CTL's ernstige metabole disfunctie veroorzaken in mitochondriën, de energiecentrales van cellen, door hun cytotoxische functie te verstoren. Dit maakt antitumor-CTL's ongeschikt voor overleving, belemmert hun productie van een belangrijke functionele factor (interferon-γ, IFN-γ) en schakelt hun celdodende mechanisme uit.

Een palmoliedieet daarentegen voorkwam metabole "verlamming" in NK-cellen van obese muizen, blijkbaar door de activiteit van een belangrijke regulator van de celstofwisseling, het c-Myc-eiwit, te stimuleren. De wetenschappers ontdekten dat de Myc-genexpressie verminderd was bij muizen die dierlijke vetten kregen, evenals in NK-cellen van obese mensen.

"Deze resultaten benadrukken het belang van voeding voor het behoud van een gezond immuunsysteem", aldus Lynch. "Nog belangrijker is dat ze aantonen dat het aanpassen van de vetcomponent van het dieet de resultaten van kankerbehandelingen bij mensen met obesitas kan verbeteren en klinisch geëvalueerd zou moeten worden als een potentiële dieetinterventie voor deze patiënten."