Wat zijn levensmiddelenadditieven en onzuiverheden?

Additieven zijn chemische stoffen die aan levensmiddelen worden toegevoegd om de verwerking en opslag te vergemakkelijken of om hun organoleptische eigenschappen te verbeteren. Alleen additieven die bepaalde laboratoriumtests hebben doorstaan, zijn toegestaan voor gebruik in levensmiddelen.

De voordelen van additieven (bijv. minder afval, meer variatie in voedsel, preventie van voedselvergiftiging) versus de risico's zijn moeilijk in te schatten. Nitriet, bijvoorbeeld, dat in vleeswaren wordt gebruikt, voorkomt de groei van Clostridium botulinum en verbetert de smaak. Nitriet wordt echter omgezet in nitrosaminen, die kankerverwekkend zijn voor dieren. Aan de andere kant is de hoeveelheid nitriet die aan vleeswaren wordt toegevoegd klein vergeleken met de hoeveelheid nitraten in natuurlijke voedingsmiddelen, die door de speekselklieren in nitriet worden omgezet. Vitamine C in voedsel kan de vorming van nitriet in het maag-darmkanaal verminderen. In zeldzame gevallen veroorzaken sommige additieven (bijv. sulfieten) overgevoeligheidsreacties (voedselallergieën). De meeste reacties worden veroorzaakt door veelvoorkomende voedingsmiddelen.

Vervalsingen kunnen soms niet volledig worden verwijderd zonder het voedsel te vernietigen; daarom zijn beperkte hoeveelheden toegestaan. De belangrijkste vervalsingen zijn pesticiden, zware metalen (lood, cadmium, kwik), nitraten (in groene bladgroenten), aflatoxinen (in noten en melk), groeibevorderende hormonen (in zuivelproducten en vlees), dierenhaar en -uitwerpselen, en insectendelen. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) heeft veilige niveaus van vervalsingen ontwikkeld die geen ziekte of schadelijke effecten bij mensen veroorzaken. Het verband tussen extreem lage blootstellingsniveaus en schadelijke effecten is echter moeilijk te beoordelen; bijwerkingen op de lange termijn zijn, hoewel ongewenst, mogelijk. Veilige niveaus worden vaak bepaald door consensus in plaats van door hard bewijs.